Een cassetterecorder? Dat is zooo jaren '60!
Op mijn stage krijgen de kinderen vanaf groep 1/2 Engelse les. In de groep waarin ik stage loop, groep 3, is dit drie keer per week een les van 45 minuten. Toen ik aan het begin van dit schooljaar begon, had ik dan ook hoge verwachtingen! Vol enthousiasme ging ik tijdens de Engelse les achter in de klas zitten, zodat ik goed mee kon krijgen hoe de docenten het aanpakten. En toen gebeurde het: uit een doos verscheen iets waarvan ik niet eens wist dat ze nog gebruikt werden. Een cassetterecorder! Vol ongeloof liep ik naar mijn stagebegeleider, gebruikten ze dit apparaat nu daadwerkelijk om les mee te geven? Op de plek waar ik zat kon ik nauwelijks verstaan wat er op het apparaat gezegd werd. Dit moest toch anders kunnen? Niet voor niets hangt er een digibord in de klas. Toen ik aan de minor 'Kind, leren en Media' begon wist ik daarom meteen waar mijn winst te behalen viel: de Engelse les.
Yes we can!
En dan... Hoe moet dat nu verder? Het eerste obstakel op mijn weg: het geven van een instructie in het Engels. Nu is het spreken van Engels op zich iets wat ik goed kan, dat heb ik immers bewezen met het behalen van mijn 'Anglia Certificate C1: proficiency'. Toch zat er een stukje onzekerheid verscholen achter mijn zelfverzekerde 'Yes we can!'. Want, hoe gebruik je bepaalde vakjargon? Het tweede obstakel: de techniek. In eerste instantie wilde ik op de laptop van mijn mentor Skypen, maar die had geen Skype geïnstalleerd en omdat het een laptop van school was zou dit ook niet zo maar kunnen. Gelukkig was dit probleem makkelijk opgelost met behulp van één mailtje naar de ICT-desk. Ik kon mijn eigen laptop, na wat uitleg, aansluiten op het digibord. Het volgende obstakel was het vinden van een geschikt tijdstip. Doordat ik met mijn tante uit Amerika wilde Skypen, had ik te maken met een tijdsverschil van 6 uur. Door het wisselen van de Engelse les met een andere docent was gelukkig ook dit probleem van de baan geschoven.
D-day
Na een keer proef Skypen met mijn tante (in het Engels) en wat voorbereidingen, was het vandaag zo ver! En wat was het geweldig leuk! Om de beurt liet ik een groepje kinderen voor de camera zitten. Zij stelden zichzelf voor in het Engels, ieder op zijn/haar eigen niveau (van geen woord Engels kunnen spreken tot native speaker). Mijn tante, Antonie, reageerde hier dan op en zo ontstond er een gesprek. Andersom hadden de kinderen ook vragen voor haar. Wanneer ze de betekenis van een woord niet kenden, konden ze dit vragen. Op een aantal organisatorische aspecten na, was het een geslaagde les. Een les waarin de kinderen tot het besef kwamen dat door dit soort digitale middelen de wereld eigenlijk maar heel klein is. Een les waarin een enorm scala aan nieuwe woorden werd benoemd en besproken (en daarom een rijke leeromgeving). Een les waarin kinderen konden laten zien wat ze kunnen, maar ook waarin ze konden leren van en met elkaar. En een les waarin de ICT er voor zorgde dat de kinderen zo'n 45 minuten non-stop Engels hebben gepraat! Daarnaast gaf deze les mij een boost zelfvertrouwen in het geven van de Engelse les (Yes I can!).
Op mijn stage krijgen de kinderen vanaf groep 1/2 Engelse les. In de groep waarin ik stage loop, groep 3, is dit drie keer per week een les van 45 minuten. Toen ik aan het begin van dit schooljaar begon, had ik dan ook hoge verwachtingen! Vol enthousiasme ging ik tijdens de Engelse les achter in de klas zitten, zodat ik goed mee kon krijgen hoe de docenten het aanpakten. En toen gebeurde het: uit een doos verscheen iets waarvan ik niet eens wist dat ze nog gebruikt werden. Een cassetterecorder! Vol ongeloof liep ik naar mijn stagebegeleider, gebruikten ze dit apparaat nu daadwerkelijk om les mee te geven? Op de plek waar ik zat kon ik nauwelijks verstaan wat er op het apparaat gezegd werd. Dit moest toch anders kunnen? Niet voor niets hangt er een digibord in de klas. Toen ik aan de minor 'Kind, leren en Media' begon wist ik daarom meteen waar mijn winst te behalen viel: de Engelse les.
Yes we can!
En dan... Hoe moet dat nu verder? Het eerste obstakel op mijn weg: het geven van een instructie in het Engels. Nu is het spreken van Engels op zich iets wat ik goed kan, dat heb ik immers bewezen met het behalen van mijn 'Anglia Certificate C1: proficiency'. Toch zat er een stukje onzekerheid verscholen achter mijn zelfverzekerde 'Yes we can!'. Want, hoe gebruik je bepaalde vakjargon? Het tweede obstakel: de techniek. In eerste instantie wilde ik op de laptop van mijn mentor Skypen, maar die had geen Skype geïnstalleerd en omdat het een laptop van school was zou dit ook niet zo maar kunnen. Gelukkig was dit probleem makkelijk opgelost met behulp van één mailtje naar de ICT-desk. Ik kon mijn eigen laptop, na wat uitleg, aansluiten op het digibord. Het volgende obstakel was het vinden van een geschikt tijdstip. Doordat ik met mijn tante uit Amerika wilde Skypen, had ik te maken met een tijdsverschil van 6 uur. Door het wisselen van de Engelse les met een andere docent was gelukkig ook dit probleem van de baan geschoven.
D-day
Na een keer proef Skypen met mijn tante (in het Engels) en wat voorbereidingen, was het vandaag zo ver! En wat was het geweldig leuk! Om de beurt liet ik een groepje kinderen voor de camera zitten. Zij stelden zichzelf voor in het Engels, ieder op zijn/haar eigen niveau (van geen woord Engels kunnen spreken tot native speaker). Mijn tante, Antonie, reageerde hier dan op en zo ontstond er een gesprek. Andersom hadden de kinderen ook vragen voor haar. Wanneer ze de betekenis van een woord niet kenden, konden ze dit vragen. Op een aantal organisatorische aspecten na, was het een geslaagde les. Een les waarin de kinderen tot het besef kwamen dat door dit soort digitale middelen de wereld eigenlijk maar heel klein is. Een les waarin een enorm scala aan nieuwe woorden werd benoemd en besproken (en daarom een rijke leeromgeving). Een les waarin kinderen konden laten zien wat ze kunnen, maar ook waarin ze konden leren van en met elkaar. En een les waarin de ICT er voor zorgde dat de kinderen zo'n 45 minuten non-stop Engels hebben gepraat! Daarnaast gaf deze les mij een boost zelfvertrouwen in het geven van de Engelse les (Yes I can!).